Getuigenis van Greet Spiljart

Het toeval speelde soms een grote rol bij het vergaren van nieuwe verhalen. In februari 2011 nam een zekere mevrouw Diessen uit ’s-Hertogenbosch contact op met Erfgoed Brabant. Zij had bij haar huisarts het boek Baby’s in Brabant zien liggen. En daarin had zij een foto van haar man als baby herkend, samen met zijn zus en broer: het ging om een foto uit 1973 waarop een drieling stond.

Het boek dat zij had zien liggen, verscheen in het kader van het project Levensloop. Dit project liep van 2009 tot 2012 en ging over geboorte, ongeplande zwangerschap, ongewenste kinderloosheid en zuigelingensterfte in Brabant.

Tijdens het maken van het boek hadden we geprobeerd om te achterhalen wie er op die bewuste foto stond, maar daar waren we nooit achter gekomen. Mevrouw Diessen bracht ons nu alsnog in contact met haar schoonmoeder Greet Spiljart uit Oosterhout. Zij was in 1973 van een drieling bevallen en vertelde haar verhaal:

"Toen ik vijf maanden zwanger was, had ik al een flinke buik. Mijn benen waren heel dik. De dokter dacht dat hij misschien verkeerd geteld had, dat de baby eerder zou komen. Hij stuurde me naar het ziekenhuis. In die tijd, 1973, was er geen echo. De arts zette een soort toeter tegen mijn buik, luisterde en zei: ‘Misschien zijn het er wel twee’. 

Vier maanden later, bij de bevalling, kwamen er inderdaad twee. De gynaecoloog zei vervolgens: ‘er komt er nog een!’. Dat was wel even schrikken, mijn man kreeg zelfs kalmeringstabletjes tegen de schrik. We hadden al een dochter van vier en we woonden op een flatje waar we een kamertje hadden ingericht voor één nieuwe baby. Wie had gedacht dat we met drie baby’s – twee jongens en een meisje – thuis zouden komen?

De gemeente heeft ons geholpen: we kregen al snel een groter huis, een voorraad luiers en een hulp in huis voor anderhalf jaar. Het was een hartstikke leuke tijd. Tegen de tijd dat de hulp niet meer kwam, konden de baby’s kruipen en al snel lopen en was ik vreselijk druk. Ik moest veel improviseren, maar daar groeide ik vanzelf in. Ik moest wel, ik kon ze immers niet terugstoppen!

Mijn drieling was de eerste van Oosterhout. We trokken dus wel wat bekijks. De eerste keer dat ik met ze ging wandelen kwam ik huilend thuis. Iedereen wilde in de wagen kijken en ik was al die aandacht niet gewend. De kinderen hadden er geen last van, ze vonden de aandacht zelfs wel leuk.

Van jongs af aan zijn ze drie handen op een buik geweest. Ze speelden altijd samen, hadden niemand nodig. Voor de oudste was het soms moeilijk: vier jaar lang kreeg ze alle aandacht en opeens kwam er een drieling die al die aandacht opeiste. Inmiddels zijn ze allemaal volwassen en hebben ze hun eigen gezin: ik heb twaalf kleinkinderen. En daar zit geen drieling bij!"

 

Deze getuigenissen hoort bij het project Baby's in Brabant en is onderdeel van het thema Levensloop.