Twee kanunniken tijdens het beleg van 's-Hertogenbosch in 1567

Mannen met een missie

Jan van Scorel (1528) Jeruzalembroederschap 1528 (Frans Halsmuseum) Uitsnede A. Frequin

Groepsportret van Jeruzalemvaarders van de Ridderlijke Broederschap van de Heilige Lande te Haarlem. (Bron: Jan van Scorel, 1528, Frans Halsmuseum)

In de zestiende eeuw nam de nieuwe religie, het protestantisme, een grote vlucht. ’s-Hertogenbosch dat in de geschiedenisboekjes bekend zou komen te staan als katholieke hoeksteen van het Spaanse rijk, was de eerste stad in het huidige Nederland, waar de revolutie voet aan de grond kreeg.

In 1567, een jaar voor de slag bij Heiligerlee die wordt gezien als de 'officiële' start van de tachtigjarige oorlog, leidde het nieuw opgerichte consistorie Antoine van Bombergen (1532 - 1568) de stad binnen. Uit naam van de prins van Oranje (1533- 1584), de graaf van Hoogstraten (1533 - 1568) en de graaf van Brederode (1531 - 1568) eiste hij het gouverneurschap van een protestants ’s-Hertogenbosch voor zich op. (Schuttelaars, 1991)

 

Belegering

Margaretha van Parma (1522 - 1586), de landvoogdes, stuurde Charles de Brimeu, de graaf van Megen (1525 - 1572), naar de stad om het tij te keren en ’s-Hertogenbosch voor de Spaanse kroon te heroveren. De graaf belegerde de stad. Na twee weken vol dreigementen en schermutselingen, werd aan zijn eis om ‘s-Hertogenbosch binnengelaten te worden nog steeds geen gehoor gegeven. (van Bavel et al., 2001)

Anthonis Mor (1561) Charles de  Brimeu

Charles de Brimeu (de graaf van Megen). (Bron: Toegeschreven aan Anthonis Mor, 1561, Privécollectie/RKD.

Twee kanunniken

De graaf van Megen besloot daartoe tot een andere strategie. Hij nam twee kanunniken uit Utrecht in dienst. Mr. Wouter van Coudennoort en Hendrick Pijl slopen vermomd de stad binnen. (Dumont, 1952, van Bavel et al., 2001) Ze besloten te overnachten in de Nachtegaal. Op zijn minst een opzienbarende keuze; de Nachtegaal was het grootste bordeel van ’s-Hertogenbosch (Beiers, s.a.). 

De waard aldaar, Paulus van de Graeff, was een overtuigd aanhanger van de nieuwe religie. Hij herkende de twee onmiddellijk als heren met slechte intenties. Niet in het minst omdat elk van hen twee korte pistolen bij zich droeg. 

Paulus vatte de twee spionnen onmiddellijk in de kraag en nam hen de wapens af. In plaats van hen naar Antoine van Bombergen te brengen liet hij hen echter vrij, zonder ze te verhoren of hen ook maar een haar te krenken. (Dumont, 1952, van Bavel et al., 2001) Was dat het instinctieve respect dat het ambt van kanunnik nog steeds op hem had? 

Jan Sanders van Hemessen (1543) - losbandig gezelschap

Losbandig gezelschap in een bordeel. (Bron: Jan Sanders van Hemessen, 1543, The Wadsworth Atheneum)

Het plan de campagne

Door het vrijlaten van de twee kanunniken blijft hun intentie onduidelijk. Het om het leven brengen van Antoine van Bombergen, de kop van de protestantse slang die de stad in haar greep hield, is wellicht een van de meest voor de hand liggende. 

Een ander doel kan de bevrijding van de Spaanse commissarissen Jan Scheyfve (1515 - 1581) en Jean de Merode zijn geweest. Zij waren naar de stad gestuurd om met de protestantse vertegenwoordiging tot een vergelijk te komen. Antoine van Bombergen nam hen echter gevangen. Het was een blijk van disrespect die niet zonder reactie mocht blijven, omdat de commissarissen uit naam van de Spaanse koning optraden. 

Helemaal zonder succes waren de twee kanunniken in ieder geval niet. Ze moeten in ‘s-Hertogenbosch informatie hebben opgevangen, want zodra ze buiten de stad waren zijn ze naar het kampement van de graaf van Megen gegaan. Ze vertelden hem dat Utrecht onverdedigd was. 

De Brimeu, het belegeren van ’s-Hertogenbosch beu, besloot zijn kamp op te breken en Utrecht in te nemen. (Dumont, 1952) ’s-Hertogenbosch bleef zodoende nog enkele weken in protestantse handen.

Anoniem (1570) Hendrik II van Brederode

Portret van Hendrik II van Brederode (1531-1568). (Bron: Anoniem, ca. 1570, Privécollectie)

Utrecht

Daarmee lijkt het verhaal af, maar dat is niet helemaal het geval. Althans niet voor Paulus van de Graeff. Die zal zijn eigen mededogen grondig verfoeid hebben. 

11 april 1567 vertrok Bombergen met grote groepen protestanten uit ‘s-Hertogenbosch. Hun positie was onhoudbaar geworden. Paulus van de Graeff was een van hen. Hij besloot zich bij de troepen van Hendrik van Brederode in Vianen aan te sluiten. Paulus was acht of tien dagen in dienst toen de troepen ’s nachts de Rijn overstaken om de Utrechtse soldaten, die op het Rijnkanaal lagen, te overrompelen. 

Paulus werd tijdens de strijd gevangengenomen en naar Utrecht gebracht. Aldaar werd hij aan een verhoor onderworpen. Juist de twee kanunniken, die hij enkele weken eerder uit ’s-Hertogenbosch had laten vertrekken, herkenden hem. De genade bleek niet wederkerig. Paulus van de Graeff werd opgehangen. (Dumont, 1952, van Bavel et al., 2001)

 

Literatuur

Bavel, H. van, et al., De kroniek van het St. Geertruiklooster te 's-Hertogenbosch. ’s-Hertogenbosch, 2001.

Beijers, H., Archiefcollectie: Meierijse Schoutenrekeningen periode 1558-1567inv.nr. 12998 1107 085.

Dumont, G.H., La vie aventureuse d'Antoine van Bomberghen : compagnon de lutte de Guillaume le Taciturne, Anvers, 1952.

Schuttelaars, A.H., Bossche beroerten: beeldenstormen en troebelen in 's-Hertogenbosch, 1566-1567, 1991, s.l.