Thema

Secularisering en nieuwe godsdiensten

In de jaren zestig van de twintigste eeuw veranderde er veel in de manier waarop Brabanders met religie omgingen.

De ontzuiling

In Nederland is er in deze periode sprake van ontzuiling: de ‘zuilen’ waarin het maatschappelijke en religieuze leven was georganiseerd begonnen af te brokkelen. Dit gold ook voor de katholieke zuil die lange tijd het leven van veel Brabanders had bepaald.

Na de Tweede Wereldoorlog veranderde de Nederlandse samenleving ingrijpend. Tot aan de jaren zestig waren veel politieke en sociale organisaties gebonden aan religie, maar hier kwam langzaam een einde aan. Er ontstonden steeds meer politieke partijen en sociale organisaties die niet aan een bepaalde geloofsovertuiging gebonden waren. Deze ontwikkeling ging gepaard met het ontstaan van een nieuwe mentaliteit in de Nederlandse samenleving.

De kinderen van de ‘babyboom’-generatie, die na de Tweede Wereldoorlog werden geboren, namen niet meer vanzelfsprekend het geloof van hun ouders over, zoals voorheen gebruikelijk was. Deze jongeren waren individualistischer ingesteld en wilden breken met de oude en conservatieve maatschappij waarin veel ontzag was voor het instituut kerk. Ze streefden naar een meer progressieve maatschappij waar juist de persoonlijke keuze voor een religie ‒ of geen religie ‒ belangrijk was.

30.02.jpg

De neutrale voetbalclub Willem II was, zeer tegen de zin van Kerk, ook erg populair bij katholieken. Op deze foto uit 1954 zijn spelers en supporters te zien op het moment dat de club de eerste kampioen van het betaalde voetbal werd. (Foto: Anoniem, 20 juli 1955, Collectie Regionaal Archief Tilburg).

Alle rechten voorbehouden

De kerk en de ontzuiling

Het traditionele geloofsleven van de kerk sloot dus niet meer goed aan bij het moderne leven van de jaren zeventig, met name onder jongeren. Dit was ook het geval in Brabant. De provincie was lange tijd een traditionele plattelandssamenleving, maar na de Tweede Wereldoorlog werden ook hier processen als industrialisering, verstedelijking en schaalvergroting steeds duidelijker merkbaar. Het leven in Brabant werd steeds moderner. De katholieke kerk was niet in staat hier goed op in te spelen en merkte dat het kerkelijke en het wereldlijke leven verder uit elkaar kwamen te liggen.

30.01.jpg

De sloop van de Bredase Maria Hemelvaartkerk met het omvertrekken van de torenspits in 1967. (Foto: Ben Speekenbrink, 18 mei 1967, Collectie Stadsarchief Breda)

Alle rechten voorbehouden

Een van de Brabantse geestelijken die op de veranderingen in de samenleving reageerden, was monseigneur Wilhelmus Bekkers (1908-1966). Bekkers werd geboren in Sint-Oedenrode en vervulde meerdere religieuze functies in Brabant: hij was kapelaan in ‘s-Hertogenbosch, pastoor in Tilburg en daarnaast ook bisschop van ‘s-Hertogenbosch van 1960 tot 1966. De bisschop was relatief progressief en voorstander van vernieuwing van de kerk. Katholieken zouden volgens hem hun geloof niet alleen maar moeten belijden via geboden van de kerk, maar juist ook door persoonlijke ervaringen en verantwoordelijkheid. Bekkers werd vooral bekend door zijn optreden in het tv-programma Brandpunt waar hij in 1963 sprak over geboorteregeling. Tot frustratie van kardinaal Alfrink (1900-1987) uitte hij hier, zonder overleg met de kardinaal, de mening dat ouders hun eigen gevoel zouden moeten volgen bij geboortebeperking. Dit stond recht tegenover het beleid van de katholieke kerk, die tegen het gebruik van anticonceptie was.  

De islam in Brabant

Op het gebied van religie veranderde er nog meer in de jaren zestig. Waar in Brabant voorheen, op enkele uitzonderingen na, alleen het christendom en jodendom voorkwamen, kwamen daar na de Tweede Wereldoorlog door immigratie ook andere religies bij.  

De islamitische gemeenschap was veruit de snelst groeiende groep van 'nieuwe' gelovigen. Vanaf de jaren zestig en zeventig ontstond er een grote vraag naar arbeiders en op verzoek kwamen groepen Turken en Marokkanen voor werk naar Nederland. Zo ook in Brabant, waar de harmonie van Tilburg in 1963 de eerste groep Turken die te werk gingen met een muzikale welkomstgroet onthaalde. Omdat men in de jaren zestig en zeventig dacht dat deze arbeiders uiteindelijk terug zouden gaan naar hun moederland, werden ze ‘gastarbeiders’ genoemd. Uiteindelijk bouwden de gastarbeiders ook moskeeën in Noord-Brabant. Aanvankelijk gebeurde dit vooral op eigen initiatief. In Waalwijk staat de Molukse Masjid An Nur, één van de eerste moskeeën van Brabant. Deze is begonnen in een woonhuis aan de Doelenstraat, maar werd in 1978 een echte moskee aan de Noordstraat. De Koninklijke Militaire Academie in Breda (KMA) heeft de allereerste Brabantse Moskee, maar die is niet voor iedereen toegankelijk.  

Moskee in Veghel (foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Foto uit de jaren '90 van de moskee in Veghel, die oorspronkelijk als katholieke kapel was ontworpen. (Foto: Foto: I. Heins, 1997, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

In de jaren tachtig werd duidelijk dat de Turken en Marokkanen, onder andere door gezinshereniging, in Nederland zouden blijven. De islam werd toen ook meer betrokken in het Nederlandse maatschappelijke leven en vanaf toen werden er dan ook meer moskeeën en islamitische scholen gebouwd, zoals de Arrahman-moskee in Breda. Ook enkele katholieke kerken, die door de ontkerkelijking vrij waren gekomen, werden als moskee gebruikt. Een voorbeeld daarvan is de Turkse moskee in een voormalige katholieke mariakapel in Veghel.

Nieuwe spiritualiteit

Naast deze ‘nieuwe’ godsdiensten leerde Nederland ook nieuwe vormen van spiritualiteit kennen die kunnen worden samengevat onder de noemer New Age. Dit zijn diverse religies, filosofieën, therapieën en leefwijzen die vanaf de jaren zeventig steeds populairder werden en waarin een holistisch wereldbeeld, de natuur, de kosmos en persoonlijke ontwikkeling centraal staan. Deze uitingen van spiritualiteit zijn individualistischer dan de traditionele monotheïstische godsdiensten. Door heel Brabant zijn winkels en bezinningscentra te vinden waar mensen zich bezighouden met New Age. Voorbeelden daarvan zijn Het Zuiderlicht in Breda of het Siberisch Instituut voor Sjamanisme in Etten-Leur.

Ontkerkelijking en herbestemming

WillibrorduskerkZeilberg.jpg

De Willibrorduskerk in Zeilberg (Deurne), die in 2011 aan de eredienst werd onttrokken en daarna werd ingericht als fitnesscentrum. (Foto: M.M.G. van den Boomen, 2007, Wikimedia Commons)

Door de secularisering zijn veel Brabantse kerken aan het einde van de twintigste eeuw leeg komen te staan. Tegenwoordig krijgen ze vaak een nieuwe bestemming. Zo kunnen monumentale panden of andere panden met een cultuurhistorische waarde intact gehouden worden. Een voorbeeld van een dergelijk project in Brabant is het Moederhuis van de Franciscanessen in Dongen, een oud klooster dat nu dienst doet als een woon-zorgcomplex.

Naast deze vorm van materieel erfgoed heeft het religieuze verleden van Brabant ook interessante vormen van immaterieel erfgoed nagelaten. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het vieren van carnaval voor de vastentijd begint, maar ook aan het feit dat er in Brabant nog steeds veel processies plaatsvinden. Deze processies hebben een religieuze oorsprong, maar veel mensen die meelopen, doen dat tegenwoordig eerder als vorm van vrijetijdsbesteding en bezinning of omdat ze de traditie in stand willen houden.

  

Bronnen

Sonnemans, G. e.a., Blikken op Brabant. De canon van Nederland in Noord-Brabants perspectief, ‘s-Hertogenbosch, 2012.

Van Eijnatten, J. en van Lieburg, F., Nederlandse religiegeschiedenis, Hilversum, 2006.

Van Oudheusden, J., Verhalen van Brabant; Geschiedenis en erfgoed in tien tijdvakken, ‘s-Hertogenbosch, 2015.

Van Uytven, R. (red.), Geschiedenis van Brabant, van het hertogdom tot heden, Zwolle, 2004.

Draag bij aan Brabants erfgoed!

Wil je een verhaal delen? Vul hieronder je gegevens in, en geef kort aan wat je zou willen bijdragen. De redactie neemt dan contact met je op.