De eerste vrouwen van de Schola

Hoe in 1967 voor het eerst dames toetraden tot het kerkkoor van de Sint-Jan

Nel Graafmans

Nel Graafmans is als laatste nog actief van de vrouwen die in 1967 toetraden tot het kerkkoor van de Sint-Jan. (Foto: 2019, Hans Borgman)

1967 was een belangrijk jaar in de geschiedenis van de Schola Cantorum ‘Die Sangeren Onser Lieven Vrouwen’ van de Sint-Janskathedraal in Den Bosch. Het was in dit jaar dat voor het eerst vrouwen toetraden tot het kerkkoor van de Sint-Jan. Nel Graafmans (1937) behoorde tot de eerste groep vrouwen, terwijl Ben van der Sterren (1945) op dat moment deel uitmaakte van het mannenkoor. Dit zijn hun herinneringen aan de feminisering van de Schola.

Ben van der Sterren, nu nog steeds koorlid, zat al een paar jaar bij het mannenkoor toen de eerste vrouwen toetraden tot de Schola. Hij herinnert zich slechts één mannelijk lid die naar aanleiding hiervan opstapte. Dat was al een wat oudere man volgens Van der Sterren, die blijkbaar vervelende ervaringen had met vrouwen in een koor. “Het merkwaardige was”, vertelt Van der Sterren, “dat zijn dochter later weer bij ons op het koor kwam.”

De officiële oprichting van de Schola Cantorum vond in 1930 plaats. Destijds was het uitsluitend een jongenskoor. Later mochten ook mannen toetreden. In de jaren zestig had de Schola te maken met roerige tijden. Onder meer het feminisme maakte een groeiperiode door en de Dolle Mina’s streden met ontblote buiken voor gelijke rechten voor vrouwen. Het is in deze tijd dat de Schola een historische verandering onderging: na mannen waren voortaan ook vrouwen welkom. Was hier sprake van radicale emancipatie? 


Maurice Pirenne

Van der Sterren en Graafmans benadrukken beiden van niet in de met hun afzonderlijk gevoerde gesprekken. Zij maken duidelijk dat het koor niet uit principe maar uit praktische noodzaak werd opengesteld voor vrouwen. De toenmalige rector cantus die leiding gaf aan de Schola, Maurice Pirenne (1928-2008), zag zich destijds geconfronteerd met een toenemend gebrek aan jongens in het koor. Omdat zijn Schola meerstemmige, complexe missen zong, besloot hij om voor de alten en sopranen, de hogere stemgroepen, niet alleen meer jongens maar ook vrouwen en later, vanaf 1972, meisjes te gebruiken. 

Van der Sterren vertelt daarbij dat Pirenne er eigenlijk niet aan zou hebben gewild, omdat hij, en er waren meer musici met hem, jongensstemmen toch helderder vond klinken. Graafmans geeft aan dat Pirenne voor zijn tijd wel degelijk modern was. “Hij was priester-componist. Hij preekte ook wel eens zondags, in de Sint-Jan. Nou, dat was een preek van vijf minuten en daar kon je een hele week mee vooruit.”

Schola Cantorum 's-Hertogenbosch

De leden van de Schola Cantorum 's-Hertogenbosch in hun traditionele kovels. (Foto: 2019, Hans Borgman)

De eerste vrouwen

Voor Nel Graafmans, nu ook nog steeds koorlid, was toetreding tot de Schola eveneens geen politiek statement, al konden de Dolle Mina’s wel degelijk op haar sympathie rekenen. Maar het ging haar puur om de muziek toen ze besloot te reageren op de oproep in de krant voor een auditie voor vrouwen bij de Schola. “Ik kom uit een hele muzikale familie en wij maakten altijd veel muziek. Ik heb voordat ik in Bokhoven ging wonen in Antwerpen gewoond en daar hadden we de kathedraal en andere kerken waar heel veel mooie muziek werd gezongen.” Vanuit Bokhoven was de Sint-Jan dichtbij en Graafmans ging er dan ook af en toe naartoe. Zij is een groot liefhebber van meerstemmige muziek, vandaar haar wens destijds om deel uit te maken van de Schola.

Samen met zo’n vijfentwintig dames trad Graafmans in 1967 toe tot het koor van de Sint-Jan. Schroom in die eerste weken om deel uit te maken van dit voormalige mannenbolwerk was er volgens haar niet. Ook Van der Sterren beaamt dat vanuit de mannen de gewenning en acceptatie heel snel ging. De jonge vrouwen werden opgevangen door hun mannelijke leeftijdsgenoten, terwijl de oudere vrouwen klikten met hun mannelijke compagnons. De repetities begonnen in september en met Kerstmis vond de eerste gezamenlijke uitvoering plaats. Die ging goed volgens Van der Sterren, al was het niet de meest moeilijke mis om te zingen. 

Tegelijkertijd deed de komst van de vrouwen wel degelijk wat met de sociale dynamiek van het koor. Zo was er voorheen een bar waar de mannen na de repetities behoorlijk lang konden blijven hangen. “Toen de dames kwamen werd het langzamerhand wel een beetje minder”, vertelt Van der Sterren, “Vanuit het bestuur werd het enigszins beperkt.” Niet dat het er daardoor minder gezellig op werd, integendeel. Van der Sterren stelt dat het er met de komst van de vrouwen juist gezelliger op werd. Ook Graafmans beaamt dit. Naast het harde werken ervoer en ervaart zij de repetities als gezellig. 

"Er waren wel relaties die op een gegeven moment verbroken werden. Ik heb er nu twee of drie op het oog, maar die zijn gewoon bij het koor gebleven. Die kwamen gewoon bij de repetities en op de zondagen."

Schola-baby’s

De komst van vrouwen naar de Schola leidde, wellicht onvermijdelijk, ook tot relaties binnen het koor. Nu kan dit voor een koor tot ingewikkelde situaties leiden, zeker wanneer de relaties stuklopen. Graafmans en Van der Sterren verklaren echter beiden dat dit nooit tot grote problemen heeft geleid. “Er waren wel relaties die op een gegeven moment verbroken werden”, legt Van der Sterren uit. “Ik heb er nu twee of drie op het oog, maar die zijn gewoon bij het koor gebleven. Die kwamen gewoon bij de repetities en op de zondagen. Zij gingen op een goede manier uit elkaar.” Volgens Van der Sterren helpt het daarbij dat je elkaar in een koor al goed leert kennen voordat de relatie begint. Cupido is daardoor vaak trefzekerder. 

Sterker nog, er zijn al meerdere Schola-baby’s ter wereld gekomen. Volgens Graafmans was er zelfs een periode dat het koor hier een babysitter voor aannam. Zodat vader en moeder konden repeteren, terwijl er op de kinderen werd gepast. Kinderen waarvan sommigen zelf later ook weer aansloten bij de Schola. 

Graafmans had de hulp van haar man die vrijdagavond vanuit zijn werk, en vaak verlangend naar een dutje, ’s avonds op de vier kinderen paste terwijl zij op de repetitie was. Hetzelfde gold voor de vrije zondag, waarop Graafmans zong in de Sint-Jan. Zonder de steun van haar man was het voor haar allemaal een stuk lastiger geweest. “Het is een aantal keer voorgekomen dat het echtpaar alle twee bij het koor was en kinderen hadden”, legt Graafmans uit. “Een van de twee moest dan toch bij het koor moest stoppen omdat ze geen oppas hadden.” De door de Schola aangetrokken oppas was er op dat moment niet meer. 

H. Sacramentskapel

De Heilige Sacramentskapel in de Sint-Jan. (Foto: 2019, Erfgoed Brabant)

De feminisering van het koor

Van de groep vrouwen waarmee Graafmans in 1967 toetrad tot de Schola is zij nog als enige over. Een deel van deze uitdunning komt volgens Van der Sterren doordat de gezelligheidszingers zijn uitgeselecteerd, voor hen was het niveau van de Schola te hoog. Vandaag de dag zijn er zo’n twintig vrouwen actief in het koor, een kleine achteruitgang ten opzichte van 1967. Maar daar staat tegenover dat de aanwas groot is omdat er momenteel relatief veel meisjes actief zijn bij de Schola, veel meer dan het aantal jongens. 

Van der Sterren schat dat er bij de huidige jeugdafdeling van de Schola hooguit vijf jongens zitten en zo’n twintig meisjes. Volgens hem moet je dan überhaupt als jonge jongen sterk in je schoenen staan wanneer je continue wordt omringd door een meerderheid van meisjes. Deze ongelijke balans, zo geven Graafmans en Van der Sterren beiden aan, komt doordat koorzang vandaag de dag bij meisjes veel populairder is dan bij jongens. Laatstgenoemden gaan eerder voor voetbal en hockey, terwijl meisjes wel interesse tonen in het koor en daarmee vaak ook vriendinnetjes aansteken in de klas. Sociale acceptatie speelt hierbij een belangrijke rol: voor veel jongens is zingen in een koor niet ‘cool’ meer. 

Als deze trend zich doorzet dan zal het jongens- en mannenbolwerk dat de Schola was uiteindelijk uitgroeien tot een vrouwelijk bastion. Het is het toekomstscenario dat Maurice Pirenne al voorzag. Je kunt het een belangrijke overwinning van de emancipatie noemen. Toch vinden zowel Graafmans als Van der Sterren deze ontwikkeling zeer zorgelijk.

Van der Sterren benadrukt dat er altijd een gelijke balans tussen mannen- en vrouwenstemmen nodig zal zijn om de meerstemmige, complexe muziek uit te voeren waar de Schola om bekend staat. “Anders krijg je zo’n koor zoals menig parochiekoor nu is. Dan staan er een paar mannen te brullen en een paar dames die het proberen goed te doen, maar dan houdt het wel op.”

Voor Graafmans staat de muziek ook voorop, maar tegelijkertijd vindt zij het belangrijk dat de Schola een afspiegeling is van de samenleving. “Het moet niet elitair zijn. De keuze moet breed blijven, waar je de mensen uithaalt.” In die zin is het volgens haar belangrijk dat de Schola divers blijft en de balans tussen mannen en vrouwen min of meer gelijk is. 

 

Bronnen

Gesprek met Nel Graafmans, 16 oktober 2019.

Gesprek met Ben van der Sterren, 18 oktober 2019.


Het gesprek met Nel Graafmans vond plaats op woensdag 16 oktober 2019 en kun je hier terug luisteren:

Interview met Nel Graafmans

Het gesprek met Ben van der Sterren vond plaats op vrijdag 18 oktober 2019 en kun je hier terug luisteren:

Interview met Ben van der Sterren

Het programma Goud van Brabant zendt vanaf oktober 2019 t/m december 2019 op Omroep Brabant een documentaire uit over de Schola Cantorum van de Sint-Janskathedraal. De afleveringen zijn ook terug te zien op goudvanbrabant.nl.