[Energiek muziekje begint]
Mannenstem: “Ja meneer Adrie, met Joris spreek je. Ik sta al voor je deur met Robin. Tot zo! (...) Zo zie je dat een zo’n klein briefje zoveel verhalen in zich heeft.”
Mannenstem, studio: “Welkom bij Topstukken. De podcast over de Brabantse geschiedenis in objecten. Ik ben Robin Hoeks.”
Robin: “Welkom weer bij een nieuwe aflevering van de podcastserie Topstukken. Zoals je hoort, sta ik voor de verandering niet buiten, maar ik zit letterlijk achter mijn eigen bureau. Dat komt omdat de redactie van Brabantserfgoed.nl in het voormalig Gouvernement in Den Bosch zit en de kenners zullen dan wel al weten dat dat hetzelfde pand is als het Noordbrabants Museum. Dat is ook het museum dat centraal staat in deze aflevering.
Voorlopig ook even de laatste. Dit was natuurlijk super handig omdat we in hetzelfde gebouw zitten als het Noordbrabants Museum, maar in deze coronatijden is het toch een beetje ingewikkeld om telkens op pad te gaan naar een nieuw Brabants museum. Hopelijk kunnen we in het voorjaar de serie weer verder zetten.
Dit pand was dus van 1770 tot 1983 echt een machtszetel in de vestingstad Den Bosch. Eerst als zetel van de gouverneur, vandaar Gouvernementsgebouw, en later als zetel van de commissaris van de koning. Heel kort was er nog even de Préfecture van het Departement des Bouches du Rhin gehuisvest. Dat Franse sluit weer mooi aan bij het object dat voor me klaar ligt in het museum: een brief uit de tijd van de Franse bezetting van een Brabander in Parijs, het centrum van de revolutie.
[Energiek muziekje eindigt]
Robin: “We zijn er. Ik ben benieuwd wat er onder het papier vandaan komt.”
Mannenstem: “Mijn collega Adrie Broekman heeft het voor ons klaargelegd…”
Robin, studio: “Dit is Joris Westerink, conservator en tentoonstellingsmaker bij het Noordbrabants Museum. We staan in een ruimte bij het museumdepot, gebogen over een tafel met daarop een oude brief.”
Joris: “Dit is eigenlijk wat ik aan jou wilde laten zien en even over wilde praten. We zien hier een brief.”
Robin: “Klein briefje.”
Joris: “Stelt eigenlijk niet zoveel voor he?”
Robin: “Nee, het is een heel klein... hoe groot is dit? 10, 20 centimeter ofzo, hoog?”
Joris: “Ja 20 bij 25 centimeter? Wel in een mooi handschrift geschreven. Het is een briefje geschreven door Gerard van Spaendonck, zoals je hier ziet staan in mooie zwierige krulletters. Hij is ook gedateerd zie je hier: 12 floréal, ans 6. Er staat ook nog onder: eerste mei 1798.”
Robin: “ondanks de inspanningen van de revolutionairen was de nieuwe kalender nog niet helemaal ingeburgerd dus.”
Joris: “Klopt. Ik las laatst dat vanaf april 1798 er echt een verbod was om nog de oude kalender te gebruiken, maar hier is het dus mei, dus hier begaat hij toch wellicht een misstap.”
Robin, studio: “De Franse Revolutie die in 1789 was begonnen, had van Frankrijk een seculiere Republiek gemaakt. Revolutionairen zetten zich af tegen alle adellijke en religieuze uitingen. De gregoriaanse kalender, die de jaren telde vanaf de vermeende geboortedag van Jezus Christus, moest daarom uiteraard ook vervangen worden. In 1792 werd daarom de jaartelling terug naar 1 gezet. Later werden bijvoorbeeld ook de zevendaagse weken vervangen door tiendaagse zogenaamde ‘decaden’ en de dagen van vierentwintig uur door tiendaagse uren, elk van 100 minuten die weer uit 100 seconden bestonden. De namen van de maanden werden gebaseerd op de seizoenen rond Parijs: floréal was de bloemenmaand. Dat dit nogal wat verwarring stichtte, bewijst de vermelding van de datum volgens de gregoriaanse kalender op de brief van Van Spaendonck wel.
Joris: “Gerard van Spaendonck was van origine een Tilburger, is in Tilburg geboren, en wat leuk is van deze man, is dat hij als schilder eigenlijk een gigantische carrière heeft gemaakt in Parijs. In 1746 is hij geboren in Tilburg. Toen is hij gaan studeren in Antwerpen, bij Herreyns, daar heeft hij een schilderopleiding gehad. Vier of vijf jaar later is hij doorgegaan naar Parijs en daar heeft hij zo’n enorme carrière gemaakt als bloemenschilder, daar was hij heel erg goed in, dat is bijzonder.”
Robin: “Vandaar dit Franse briefje dus ook?”
Joris: “Vandaar dit Franse briefje, wat hij in Parijs heeft geschreven, toen hij echt al een flinke tijd in Parijs woonde. Wat leuk is om te vertellen is dat hij ook nog een broertje had, dat was Cornelis van Spaendonck, en die heeft eigenlijk hetzelfde traject als hij gevolgd. Gerard van Spaendonck wordt meestal gezien als de meest succesvolle. Ik denk dat het ook gewoon een hele aimabele man was die goed met mensen om kon gaan, maar Cornelis van Spaendonck kon ook heel fantastisch schilderen, maar die wordt net wat minder hoog aangeslagen.
Robin, studio: “Het schilderen van stillevens met bloemen was een genre waar Nederlandse schilders om bekend stonden. Deze reputatie lieten Cornelis en Gerard van Spaendonck zich ook maar al te graag aanmeten. Het was immers ook hun specialisatie. Hun miniatuurbloemstillevens verkochten erg goed.”
Robin: “UIt wat voor familie kwamen de Van Spaendoncks? Ze kwamen uit Tilburg zei je al.”
JorisJ: “Ja ze kwamen uit Tilburg. Een broer hadden ze nog en twee zussen. Het was een middenstandsfamilie. Ze konden wel gaan studeren in Antwerpen en ook als schilder.”
Robin: “Ja precies. Hij kwam dus in Parijs, op zoek naar een markt?”
Joris: “Ja, op zoek naar een markt. Hij had dus al gestudeerd in Antwerpen. In Parijs schopte hij het eigenlijk al heel snel tot koninklijk schilder van miniaturen. Die carrière begon dus eigenlijk onder Lodewijk XVI, maar toen die het leven liet samen met zijn echtgenote Marie Antoinette, ging die carrière net zo hard door onder Napoleon eigenlijk.”
Robin: “Ja, het is een fascinerende periode om in Parijs te zijn, het einde van de achttiende eeuw.”
Joris: “Precies, ze hebben de revolutie meegemaakt. Wat opvallend is, is dat ze onder beide, hoe noem je dat? Stromingen?”
Robin: “Regimes?”
Joris: “Regimes. Hebben ze gewoon heel erg gefloreerd met hun bloemenschilderijen. Ze begonnen met miniaturen en vooral Gerard van Spaendonck, die heeft ook later hele grote bloemenstillevens geschilderd. Het verhaal gaat dat ze ook bij Marie Antoinette in haar boudoir hingen, maar dat is misschien zo, kunnen we niet controleren.”
Robin: “Hij raakte niet betrokken bij het revolutionaire gewoel?”
Joris: “Nee, hij had ondertussen ook al een huis in de Jardin des Plantes en ik denk dat hij zich gewoon een beetje koest heeft gehouden. Hij is in 1822 overleden. Hij was dus koninklijk miniatuurschilder, maar later is hij, eigenlijk onder het regime van Napoleon, professeur d’iconographie geworden in de Jardin des Plantes.”
Robin: “De Jardin des Plantes was in de zeventiende eeuw door koning Lodewijk de dertiende opgericht als botanische tuin. In de jaren daarna werd de Jardin steeds uitgebreid en raakten er ook onderzoekers en kunstenaars aan de tuinen verbonden. Vanaf 1794 bevatte de Jardin ook een zogenaamde ménagerie, of dierentuin, die nog steeds bestaat. Het is de op een na oudste dierentuin ter wereld.”
Robin: “Dus ook nog wel gewoon opgeklommen.”
Joris: “Echt opgeklommen inderdaad. Dat hield eigenlijk in dat hij studenten moest onderwijzen in het schilderen van bloemen. Dus dat was echt zijn specialiteit, maar tegelijkertijd drukte hij ook zijn eigen werk om te verkopen, zodat met die prenten die hij dan verkocht mensen zelf konden oefenen hoe je een bloem schildert.”
Robin: “Het is dus een briefje van hem wat weer hier terecht is gekomen. Wat staat er precies in de brief? Ik zie namelijk een =best wel groot woord, staan wat ik een beetje opvallend vind, namelijk ‘les elephants’, volgens mij, als ik het goed kan ontcijferen.”
Joris: “Ja klopt. Dit briefje is geschreven in 1798 en het is een briefje aan ene madame De Chalendray. We weten niet wie dat is. In die tijd is hij al directeur-bestuurder van de Jardin des Plantes en in die dierentuin zijn dan op dat moment net aangekomen twee olifanten. Nou, olifanten in die tijd, dat was gewoon spektakel. Die had je nog niet zo vaak gezien.”
Robin, studio: ”De aanwezigheid van olifanten in Noordwest-Europa was eeuwenlang beperkt gebleven tot koninklijke hoven, waar olifanten vaak snel weer stierven. Zo kreeg Hendrik de derde van Engeland in de dertiende eeuw een olifant cadeau van de Franse koning. In de zeventiende eeuw werd ‘Hansken’, een olifant uit Ceylon, rondgevoerd langs markten door Nederland en Duitsland, om uiteindelijk in Italië te overlijden.”
Joris: “Die olifanten, die zijn in die dierentuin, maar saillant detail is eigenlijk dat die olifanten uit Nederland kwamen. Die waren meegenomen door de Fransen die Nederland waren binnengevallen. En die olifanten kwamen uit de dierentuin van Willem V. Die werden verbeurd verklaard en werden als trofee naar Frankrijk gebracht en daar in de Jardin des Plantes, in de dierentuin ervan, de ménagerie, werden ze tentoongesteld.“
Robin: “Onder ook een Nederlandse directeur-bestuurder.”
Joris: “Onder een Nederlandse directeur-bestuurder, te weten Gerard van Spaendonck.”
Robin: “Wat grappig.”
Joris: “Dat is bijzonder. Hij nodigt haar hier uit om de olifanten te gaan bekijken. Als je het zo bekijkt, probeert hij haar eigenlijk uit te nodigen op momenten dat de dierentuin niet vrij toegankelijk is voor iedereen, dus dat hij rustig met haar de tijd kan nemen om de Jardin des Plantes en de olifanten te gaan bekijken. Ja, we weten niet of het echt door is gegaan.
Die olifanten kwamen natuurlijk uit de collectie eigenlijk van Willem V en die heetten Hans en Parkie. Willem V heeft die gekregen van de VOC, die bij een soort olifantenjacht op Ceylon 25 olifanten hadden gevangen, waaronder deze twee jonkies. Het waren toen nog hele jonge olifantjes, Hans en Parkie hebben ze die genoemd. Die gingen naar de collectie van Willem V als cadeau, maar toen de Fransen Nederland binnenvielen en ze die hele dierencollectie van Willem V wilden vervoeren naar Frankrijk hadden ze een beetje een probleem met die olifanten. De dieren werden allemaal redelijk makkelijk naar Frankrijk vervoerd, maar die olifanten daar hadden ze een probleem mee. Vooral Hans, dat was het mannetje, die is een paar keer uitgebroken. Dan hadden ze een kar gebouwd en brak hij uit die kar, of een paar maanden later hadden ze weer een kar, maar dan viel de hele kar om.”
Robin: “Het is ook gewoon een bakbeest van een dier!”
Joris: “Het is een bakbeest van een dier. Op een gegeven moment zijn de twee olifanten met een boot vanuit Deventer vervoerd naar Parijs.”
Robin: “Het zegt ook wel wat over hoe bijzonder het was dat er olifanten te zien waren in zo’n dierentuin, in de Jardin des Plantes.”
Joris: “Klopt. Die dierentuin werd echt overspoeld door belangstellenden.”
Robin: “Dat is dan ook weer de reden dat Van Spaendonck dacht: laat ik een dame uitnodigen?”
Joris: “Precies ja, het is ook een beetje…”
Robin: “... Goede sier maken?”
Joris: “Ja, maar misschien is het ook potentiële clientèle voor zijn schilderwerk natuurlijk, of, hij gaf ook schilderles. Dat zou ook kunnen: hé, een leuke kandidate voor mijn schilderles. Of wat dan ook. Maar zo zie je dat een zo’n klein briefje gewoon zo veel verhalen eigenlijk in zich heeft.”
Robin: “Zo’n briefje verbindt dan het Noordbrabants Museum met een Tilburgse schilder, een chique Franse dame waarschijnlijk en twee olifanten uit Ceylon, oorspronkelijk.”
[Energiek muziekje begint
Joris: “Ja en dan ook nog een hele bewogen tijd, van Lodewijk XVI naar Napoleon.”
Robin, studio: Achtergronden bij deze aflevering vind je op Brabantserfgoed.nl/podcast. Daar kun je ook alle andere podcastseries van Brabantserfgoed.nl luisteren. Wil je niks missen? Abonneer je dan op de podcast via je podcastapp of schrijf je in voor de nieuwsbrief via Brabantserfgoed.nl/nieuwsbrief.”
[Energiek muziekje eindigt]