Collectie-item

Schup en schoefel, aflevering 622

Instelling/bron: Heemkundekring 'Zeeland'

In maandblad ut Rookelijzer in Zeeland verscheen jarenlang de rubriek: Schup en Schoefel. Geschreven door Albert de Groot in het dialect van Zeeland. Dit is de aflevering uit Rookelijzer 622 van 20 oktober 2018.

Ingesproken door Theo Verstegen en Piet Huvenaars in de studio van L-FM in Reek. Met medewerking van Tinus Verstraten en Mari Brouwer. Vertaald in de Nederlands door Annemarie van den Broek - Ottens.

TRANSCRIPTIE

Schup: Hedde gezien wa dr seinds de kerremis is veranderd?

Schoefel: Toevallig wel, umda ik op ut gementehuis moes zing.

Schup: Gruweluk mooi geworre. Veul plots vur de autoos. Schoefel: Moei gekleurde stiejn oan de zij kante, un par lampe en...

Schup: Ja, en..., wa wojde nog miejr zegge?

Schoefel: Nou. Da dr olling nij banke ston, vier vur ut gementehuis en twieje teggenover den bakker, me unnen vuilnisbak dr bij. Wijer zing er borden geplotst. Genog of nie?

Schup: How en ok nog twieje bij de JUMBO, die haj ik nou is gezien.

Schoefel: En nou gon ze op den achtsten november same proote over samenvoeging in 2022.

Schup: Het zal er dus unnen kiejr van kommen gelukkig want samewerken is vurnaam he?

Schoefel: Da daacht ik ok toen ik vandemerge inde krant un buitelandse vrouw oan ut fietsen leren waar. Ze hong olling scheef en moes dur iemes anders overend gehaawe worre anders viel ze um. Prebeer mar is zelf me un mobieltje urn te goon. Da zal verrekte moeiluk zing op onzen aawen dag. Prubeer ut mar is. Ge durft ut amper.

Schup: Dan moet ik nou denke oan hiejl klien kiendjes van un par joor, die ge op de stroot ziet fietsen, zo hard en recht, da ge denkt: " Da kan noit goed goon" Mar ut ge wel goed en ze liejre gedurig bij.

Schoefel: En wij durve amper op un ellektriese fiets te gon rije, da ge oit zo hard, da ge denkt:"As die umvelt is de kop kapot en hebbe ze biejn gebroke of unnen erm.

Schup: En nou wette krek hoe ut ollemol zit. Ut oiling leve lang is ut valle en opstoon, afliejreen bijliejre en ou eige on de regeis haawe, zeker as ge aawt bent. En anders ok!

Schoefel: En dan inens un bericht, da ge nie kunt en wilt gluuwve ge dorft ut nie wijer te.....

Schup: Wor heddet nou over Schuufelke, zo bang bende anders nie.....

Schoefel: Er wordt gezeet da Ria Boley doewt zoj zing, da kan toch nie, dr stonne nog unnen hellen kwak name op heur briefke vur "Oan de proot me."

Schup: Ria doewt, dor he'k nog niks af gehurt. Ze zinne wel da ze nogal ziek waar.

Schoefel: Ut schijnt echt woor te zing, mar niemes kan dr lets miejr over zegge. Afwaachte!

Schup: En as de mense di leeze dan ist al miejr as 5 weke geleeje.

Schoefel: Un par daag geleeje, zag ik in de Arena un groewt bericht over ut overiijden van Ria. Ge moet dan gedurig denke on wa Ria vur Zeelund, de KVO en de kerk en dan vur ons Rookelijzer miejr as 250 kerre "Oan de proot me" he geschrivve. Superknap.

Schup: Ge wordt er stil af. Noit mer die verhalen van bekende en onbekende Zellanders dur Ria vurzichtig en me veul gevuul op pupier gezet. Jommer, jommer mar tis zo.

Schoefel: We gon wer wijer, krek as altijd en vur hoe lang? Da zien we dan wer wel.

Schup: En tis alledaag nog gewoon zommer. Werra overdag, snaachs un bitje fris en af en tow un bitje vrieze tegge da de zon op kumt. Mar tis toch geweldig moei en hendig.

Schoefel: Krek, gen natte kleer, gen vuil schoen en toch worre de bloajer oan de buujm me bitjes gelig en bruin en van sommige buujm vallen de bloajer al af.

Schup: Kunde wer oant vege komme en ast weijt leg ut op un hOpke bij mekaar.

Schoefel: Dan zal de gemente ok wer unnen kiejr, ens in de week, gruun op komme hoale.

Schup: Da kumt uurst in de Arena stoon da ge ut ollemol wer wet. Ut mag mar enne kiejr vur ieder huis, anders krijge ze te veul. Hoe zoj da goon as we in 2022 bij Uje zing?

Schoefel: Da is nog wijd weg man. Uurst moete ze Scaijk umprootte, die wille nor Oss, snapte? Schup: Ze moette mar zien, wij gon nor Uuje, wor we vruuger ok bij hurden.

Schoefel: Da we vruuger nor Uuje gonge, da wiejt ik zeif nog wel. Te voet me de percessie nor Liejg Lievevrouw. En soms waar ut dor ok nog krek kermis. Dan zaagde iets anders.

Schup: Mar ik wiejt toch ok nog da we onder den oriog tevoet nor Uuje gonge, nie in un persessie, mar gewoon los me un par man. ledere zondag gong un aander buurt dor te voet hen. In de kapel kwame de mense pas same bij mekaar vur de mis en preek

Schoefel: En wer trug nor huis?

Schup: Op dezelfde manier, bitje me bitje vertrekke. Ge moogt van de Duitsers nie me miejr.

VERTALING:

Schup:

Heb je gezien wat er sinds de kermis is veranderd?

Schoefel:

Toevallig wel omdat ik op het gemeentehuis moest zijn.

Schup:

Gruwelijk mooi geworden. Veel plaats voor de auto’s.

Schoefel:

Mooi gekleurde stenen aan de zijkanten, een paar lampen en…

Schup:

Ja en, wat wou je nog meer zeggen?

Schoefel:

Nou dat er helemaal nieuwe banken staan, vier bij het gemeentehuis en twee tegenover de bakker, met een vuilnisbak erbij. Verder zijn er borden geplaatst. Genoeg of niet?

Schup:

Ho en ook nog twee bij de JUMBO die had ik nou eens gezien.

Schoefel:

En nou gaan ze op 8 november samen praten over de samenvoeging in 2022.

Schup:

Het zal er dus een keer van komen gelukkig, want samenwerken is voornaam he?

Schoefel:

Dat dacht ik ook toen ik vanmorgen in de krant een buitenlandse vrouw zag die aan het fietsen leren was. Ze hing helemaal scheef en moest door iemand anders overeind gehouden worden anders viel ze om. Probeer maar eens zelf met een mobieltje om te gaan. Dat zal verrekt moeilijk zijn op onzen oude dag. Probeer het maar eens. Je durft het amper.

Schup:

Dan moet ik nou denken aan heel kleine kindjes van een paar jaar, die je op straat ziet fietsen, zo hard en recht, dat je denkt: “dat kan nooit goed gaan”. Maar het gaat wel goed en ze leren voortdurend bij.

Schoefel:

En wij durven amper op een elektrische fiets te gaan rijden, dat gaat ooit zo hard dat je denkt: “Als die omvalt is het hoofd kapot en hebben ze benen gebroken of een arm.

Schup:

En nou weet je precies hoe het allemaal zit. Het hele leven lang is het vallen en opstaan, afleren en bijleren en jezelf aan de regels houden, zeker als je oud bent. En anders ook.

Schoefel:

En dan ineens een bericht, dat je niet kunt en wilt geloven je durft het niet verder te…

Schup:

Waar heb je het nou over Schuufelke, zo bang ben je anders niet.

Schoefel:

ER wordt gezegd dat Ria Boley dood zou zijn, dat kan toch niet, er stonden nog een heleboel namen op haar briefje voor “Oan de proot mè”

Schup:

Ria dood, daar heb ik nog niks van gehoord. Ze zeiden wel dat ze nogal ziek was

Schoefel:

Het schijnt echt waar te zijn maar niemand kan er iets meer over zeggen. Afwachten.

Schup:

En als de mensen dit lezen is het al meer als 5 weken geleden.

Schoefel:

Een paar dagen geleden zag ik in de Arena een groot bericht over het overlijden van Ria. Je moet dan steeds denken aan wat Ria voor Zeeland, de KVO en de kerk en dan voor ons Rookelijzer meer dan 250 keer “Oan de proot mè” heeft geschreven. Superknap.

Schup:

Je wordt er stil van. Nooit meer die verhalen van bekende en onbekende Zeelanders, door Ria voorzichtig en met veel gevoel op papier gezet. Jammer, jammer maar het is zo.

Schoefel:

We gaan weer verder net als altijd en voor hoe lang? Dat zien we dan wel weer.

Schup:

En het is elke dag nog gewoon zomer. Warm overdag, ’s nachts een beetje fris en af en toe een beetje vriezen tegen zonsopkomst. Maar het is toch geweldig mooi en gemakkelijk.

Schoefel:

Precies, geen natte kleren, geen vuile schoenen en toch worden de bladeren aan de bomen met beetjes gelig en bruin en van sommige bomen vallen de bladeren al af.

Schup:

Dan kun je weer aan het vegen komen en als het waait ligt het op een hoopje bij elkaar.

Schoefel:

Dan zal de gemeente ook weer een keer per week groenafval op komen halen.

Schup:

Dat komt eerst in de Arena staan zodat je het allemaal weer weet. Het mag maar een keer voor ieder huis anders krijgen ze te veel. Hoe zal dat gaan als we in 2022 bij Uden zijn?

Schoefel:

Dat is nog ver weg man. Eerst moeten ze Schaijk nog ompraten die willen naar Oss, snap je?

Schup:

Zee moeten maar zien, wij gaan naar Uden waar we vroeger ook bij hoorden.

Schoefel:

Dat we vroeger naar Uden gingen dat weet ik zelf nog wel. Te voet met de processie naar Laag Lievevrouw. En soms was het daar ook nog net kermis. Dan zag je iets anders.

Schup:

Maar ik weet ook nog dat we tijdens de oorlog te voet naar Uden gingen, niet in een processie, maar gewoon los met een paar man. Iedere zondag ging een andere buurt daar te voet heen. In de kapel kwamen de mensen pas bij elkaar voor de mis en de preek.

Schoefel:

En weer terug naar huis?

Schup:

Op dezelfde manier, beetje bij beetje vertrekken. Je mocht van de Duitsers niet met meer.