Collectie-item

Dorothea

Instelling/bron: Museum Krona

Dorothea was de dochter van een senator in Cappadocië. Tijdens de vervolging van Diocletianus werd zij gepijnigd en weggevoerd om onthoofd te worden. De advocaat Theophilus zegt tegen haar op spottende toon: 'Als gij in het paradijs zijt aangekomen, denk er dan aan mij wat bloemen en vruchten te zenden.' Dorothea antwoord hierop: 'Het zal geschieden.' Toen zij op het schavot neerknielde, stond er een knaapje voor haar met een mand met rozen en appels. Theophilus bekeerde zich tot het christendom en werd op zijn beurt ook een martelaar. Verso: geschreven tekst. 'H. De Gier Herinner u steeds veertig tal dat gij schoon sterveling voor de eerste maal genuttigt heb het brood der Hemelingen Zalt Bommel Pastor M Arends16 April 1828'.